Nadat in 2016, door minister Schippers, een wetsvoorstel tot wijziging van de wet BIG is ingediend en deze in 2018 door de Eerste Kamer is gekomen, is dan nu het moment aangebroken. Er wordt verwacht dat de wet in het voorjaar van 2019 in werking zal treden. Wat deze wijzigingen voor jou als mondzorgaanbieder inhouden? Hierbij de belangrijkste wijzigingen van de wet BIG op een rij:
Wanneer je als zorgaanbieder communiceert of je presenteert, ben je verplicht het BIG-nummer te vermelden. Bijvoorbeeld op de website van de praktijk, visitekaartjes maar ook in correspondentie met patiënten. Zodra deze wet in werking treedt, zal de inspectie voor Gezondheidszorg & Jeugd (IGJ) toezien op de vermelding. De exacte voorwaarden voor het melden van het nummer zullen nog worden uitgewerkt. Wel is er al duidelijk dat er zal worden voorkomen dat de wijziging te veel extra administratief werk met zich meebrengt. Als zorgaanbieder kan het handig zijn alvast te kijken naar de mogelijkheden om het BIG-nummer eenvoudig te vermelden, zoals in de standaard emailhandtekening.
Het automatisch en standaard openbaar maken van berispingen behoort met de ingang van de nieuwe wet BIG tot het verleden. Dit wordt alleen gedaan wanneer de tuchtrechter dit van belang acht. Momenteel wordt elke berisping direct openbaar gemaakt, zonder duidelijk doel, waardoor er onnodig met vingers kan worden gewezen.
In de jurisprudentie wordt de tweede tuchtnorm al redelijk ruim uitgelegd. De wetgeving zal zich hier nu ook bij aansluiten. Met de nieuwe wet BIG zal privé-gedrag ook tuchtrechtelijk kunnen worden getoetst, wanneer van ernstige aard. Denk hierbij aan levens-, gewelds-, en zedendelicten, zoals misbruik en mishandeling.
De nieuwe wet maakt het voor het tuchtcollege mogelijk een zorgaanbieder een algeheel beroepsverbod op te leggen. Met dit verbod kan een zorgaanbieder niet alleen worden verboden handelingen te verrichten, maar ook het behandelen van patiënten of patiëntgroepen in bredere zin kan worden verboden.
Met het nieuwe wetsvoorstel krijgt de IGJ de mogelijkheid een zorgaanbieder direct op non-actief te stellen, zonder dat hier eerst een uitspraak over wordt gedaan door een tuchtrechter. Deze maatregel wordt de “Last tot Onmiddellijke Beëindiging beroepsactiviteiten” genoemd. Er zal kritisch gekeken moeten worden of de IGJ niet ‘te makkelijk’ overgaat tot het op non-actief stellen van een zorgaanbieders zonder rechterlijke toetsing wanneer de nieuwe wet in werking zal treden. De maatregel is bedoeld voor uitzonderlijke situaties.
Met een aantal ‘filters’ of voorwaarden wordt ernaar gestreefd alleen de ‘juiste’ klachten door het college te laten behandelen en zo de capaciteit van het college efficiënter te benutten. Een klager kan gebruik maken van een tuchtklachtfunctionaris die helpt formulieren in te vullen. Deze functionaris kan de klager ook adviseren eerst de klachtenprocedure te doorlopen, indien gepast. Kennelijk ongegronde klachten kunnen met de nieuwe wet BIG door een voorzittersbeslissing worden afgehandeld, zonder dat deze het voltallige college rondgaat. Bij het indienen van een klacht bij het tuchtcollege, zal in het vervolg de klager ook een betaling van 50 euro worden gevraagd. Het idee achter deze bijdrage is om de klager nogmaals na te laten denken of de zaak passend is voor een tuchtrechtelijk proces.
Op de verplichte vermelding van de BIG-registratie na, zullen de wijzigingen in de wet BIG alleen van invloed zijn wanneer een mondzorgaanbieder in aanraking komt het tuchtrecht. Bovengenoemd zijn enkel de meest belangrijke wijzigingen, zie hier een volledig overzicht van de wijzigingen in de wet BIG in 2019.