De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) is aangesteld om op de kwaliteit van de mondzorg te letten. Mondzorg wordt bijvoorbeeld verleend door tandartsen, mondhygiënisten en orthodontisten. Er wordt vooral gelet op mogelijke risico’s voor de patiëntveiligheid. Regelmatig constateert de IGZ dat dat een mondzorgpraktijk bepaalde regels niet, dan wel in onvoldoende mate, heeft nageleefd. Aan welke wet- en regelgeving zijn mondzorgpraktijken in Nederland gehouden? Hieronder geven wij een overzicht van de wetten en regels die voor de mondzorgpraktijk van belang kunnen zijn.
De Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) werd op 1 januari 2020 gewijzigd. In deze wet wordt de relatie tussen patiënt en tandarts geregeld. Indien een patiënt een tandarts om zorg vraagt, ontstaat er een geneeskundige behandelingsovereenkomst tussen de patiënt en de tandarts. Een tandarts, mondhygiënist of orthodontist kan niet afwijken van de regels die in de WGBO zijn vastgelegd. Een aantal belangrijke regels die voortvloeien uit de WGBO hebben wij voor u op een rijtje gezet:
Op tandartsen rust een zogenaamde hulpverleningsplicht. Dat blijkt uit de jurisprudentie van de tuchtrechter en de klachtencommissies. De hoofdregel is dat de tandarts in beginsel niet zal mogen weigeren om de patiënt tandheelkundige eerste hulp te verlenen bij kennelijke (pijn)klachten. Een tandarts is niet verplicht om een patiënt in te schrijven in zijn of haar praktijk.
De relatie tussen een tandarts en een patiënt heeft het karakter van een overeenkomst. Elke Nederlander, en daarmee ook een tandarts, staat het vrij om al dan niet een overeenkomst aan te gaan. Er mag niet gediscrimineerd worden, er mag niet de indruk worden gewekt dat er een overeenkomst is met de patiënt en er kunnen afspraken bestaan met bijvoorbeeld zorgverzekeraars die aangeven dat elke verzekerde die zich aanmeldt moet worden aangenomen.
Tandarts en mondhygiënist zijn beide beschermde titels. Een tandarts en een mondhygiënist die in Nederland zijn of haar beroep wil uitoefenen, dient zich in te schrijven in het BIG-register. BIG staat voor Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg. Daarnaast dient een tandarts en een mondhygiënist de kwaliteit van de mondzorg te bewaken. De titel 'orthodontist' is wettelijk beschermd en voorbehouden aan diegenen die zijn ingeschreven in het register bij de Registratiecommissie Tandheelkundige Specialismen (RTS).
De wet Kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) is in 2016 in werking getreden. Deze wet gaat over wat goede zorg is en vervangt de Kwaliteitswet zorginstellingen en de Wet klachtrecht cliënten zorgsector.
Mensen blijken niet altijd tevreden te zijn over de manier waarop zorgverleners hun klacht afhandelen, zo blijkt uit onderzoek. Soms vindt men dat de afhandeling van een klacht lang duurt en dat het op een onpersoonlijke manier gedaan wordt. Mensen willen zich gehoord voelen.
Een verplichting op grond van de Wkkgz is dat het arbeidsverleden van een nieuwe medewerker actief wordt gecontroleerd. De bedoeling is dat zo voorkomen wordt dat zorgverleners die een risico kunnen vormen voor de kwaliteit van zorg weer aan de slag gaan in de mondzorg. De verplichting geldt voor alle medewerkers die zorg verlenen aan de patiënt, dus ook voor ondersteunend personeel.
De tandarts en mondhygiënist dienen als zij werkgever zijn op grond van de Arbowet (Arbeidsomstandighedenwet) voor de veiligheid en de gezondheid van hun werknemers te zorgen. Er moet een risico inventarisatie en evaluatie worden gehouden. Zo kan er gestructureerd naar risico’s worden gekeken en wordt de kans op arbeid gerelateerde gezondheidsklachten en ongevallen tot een minimum worden beperkt.
De tandarts en mondhygiënist moet als werkgever ook aangesloten zijn bij een Arbodienst. Om te kijken hoe het staat met de naleving van de Arbowet doet de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW, voorheen de Arbeidsinspectie) onderzoek. Er kunnen boetes worden uitgedeeld bij reguliere inspecties.